hoe ziet de bijbel Jezus, ook als God of als een goed mens of misschien een boodschapper, een profeet van God?

 

1 Korinthe 8:4-6;  Ik wil jullie het volgende zeggen over het eten van vlees dat aan de afgoden is geofferd. We weten dat er eigenlijk geen andere goden bestaan. Want er is maar één God. 5 Er zijn in de hemel en op de aarde natuurlijk wel heel veel zogenaamde goden en heren. 6 Maar voor ons is er maar één God. Dat is de Vader, die alle dingen heeft gemaakt, en voor wie wij gemaakt zijn. En voor ons is er maar één Heer: Jezus Christus. Door Hem heeft God alle dingen gemaakt. Door Hem bestaan ook wij.

 

Johannes 1: Het woord was God en het woord is vlees geworden.  Logische conclusie: Jezus is als God en als Woord vlees geworden. anders gezegd: God is als Jezus vlees geworden in onze wereld.

In Johannes 3 vind het gesprek van Jezus met Nicodemus plaats. Het eerste wat Nicodemus zegt: Wij weten dat u afkomstig bent vanuit God, want niemand dan God kan deze dingen doen.

 in Johannes 4 heeft Jezus de ontmoeting met de Samaritaanse vrouw. Ze vraagt of hij de Messias, de Christus is. In vers 26 antwoord Jezus haar met: Ik Ben, degene die met u spreekt.

Johannes 5 : 18 Daarom dan probeerden de joden des te meer Hem te doden, omdat hij niet alleen het gebod van de sabbat brak, maar ook zei dat God zijn eigen Vader was en daarmee zichzelf aan God gelijkmaakte.

 

1 Johannes 15: 20 Doch wij weten, dat de Zoon van God gekomen is en ons inzicht gegeven heeft om de Waarachtige te kennen; en wij zijn in de Waarachtige, in zijn Zoon Jezus Christus. Dit is de waarachtige God en het eeuwige leven.

 

De Vader noemt de Zoon: God  in Hebreeën 1 : 8 Maar tot den Zoon zegt Hij: Uw troon, o God, is in alle eeuwigheid; de scepter Uws koninkrijks is een rechte scepter

 

De term "zoon van God"  wordt algemeen gebruikt in de bijbel als voortkomende uit God. De oude kerkvaders zeiden het zo: God uit God en Licht uit Licht. net wat Nicodemus zei.

 

De Heer, God, is de Alfa en de Omega.

Opb 1:8 Ik ben de alfa en de omega, zegt de Heere, Hij die is en die was en die komt, de Almachtige. 

Hij die op de troon zat, zei tot Johannes:

Opb 21:5 En Hij die op de troon zat, zei: Zie, Ik maak alles nieuw. En Hij zei tot mij: Schrijf, want deze woorden zijn getrouw en waarachtig. En Hij zei tot mij: Zij zijn gebeurd! Ik ben de alfa en de omega, het begin en het einde. Ik zal hem die dorst heeft, geven uit de bron van het water van het leven om niet. 

Uit Opb. 22 blijkt duidelijk dat de Heer Jezus van zichzelf zegt te zijn de Alfa en de Omega.

Opb 22:12 Zie, Ik kom spoedig, en mijn loon is bij Mij om een ieder te vergelden zoals zijn werk is. Opb 22:13 Ik ben de alfa en de omega, de eerste en de laatste, het begin en het einde. (...)

Opb 22:16 Ik, Jezus, heb mijn engel gezonden om u deze dingen te betuigen voor de gemeenten. Ik ben de wortel en het geslacht van David, de blinkende morgenster. (...) Opb 22:20 Hij die deze dingen getuigt, zegt: Ja, Ik kom spoedig! Amen, kom, Heer Jezus! 

 

'de Alfa en de Omega'  betekent 'de Eerste en de Laatste'.

Jes 41:4 Wie heeft [dit] gewrocht en gedaan, roepende de geslachten van den beginne? Ik, de HEERE, Die de Eerste ben, en met den Laatste ben Ik Dezelfde. (SV)

Jes 44:6 Zo zegt de HEERE, de Koning van Israël, en zijn Verlosser, de HEERE der heirscharen: Ik ben de Eerste, en Ik ben de Laatste, en behalve Mij is er geen God. (...)

Jes 44:8 Verschrikt niet, en vreest niet; heb Ik het u van toen af niet doen horen en verkondigd? Want gijlieden zijt Mijn getuigen: is er ook een God behalve Mij? Immers, is er geen [andere] rotssteen: Ik ken er geen? (SV)Jes 48:11 Om Mijnentwil, om Mijnentwil zal Ik het doen, want hoe zou Hij ontheiligd worden? en Ik zal Mijn eer aan geen ander geven. Jes 48:12 Hoor naar Mij, o Jakob! en gij Israël, Mijn geroepene! Ik ben Dezelfde; Ik ben de Eerste, ook ben Ik de Laatste. (SV)

 

in Ezechiel 40 - 48 wordt gesproken over God die in de tempel staat 

Ezechiel 43 :2  En ziet, de heerlijkheid des Gods van Israël kwam van den weg naar het oosten; en Zijn stem was als het geruis van vele wateren, en de aarde werd verlicht van Zijn heerlijkheid.

in Openbaring 1:13 - 15 gaat het over Jezus die tot de 7 gemeentes spreekt:

13 En in het midden van de zeven kandelaren Een, den Zoon des mensen gelijk zijnde, bekleed met een lang kleed tot de voeten, en omgord aan de borsten met een gouden gordel; 14 En Zijn hoofd en haar was wit, gelijk als witte wol, gelijk sneeuw; en Zijn ogen gelijk een vlam vuurs; 15 En Zijn voeten waren blinkend koper gelijk, en gloeiden als in een oven; en Zijn stem als een stem van vele wateren.

 

De ongelovige Thomas knielt voor de opgestane Jezus zonder te voelen aan de gaten in zijn handen en zijn voeten en zegt: Mijn Heer en mijn God!   Johannes 20:28

De met een legioen demonen gevulde en bezeten man knielde voor Jezus neer en aanbad Hem. (Marcus 5 : 6)  Jezus liet het toe.

De vrouw die aangeklaagd werd wegens overspel ontving genade van Jezus: Hij zei en deed iets wat alleen God kon doen: "gij zijt vergeven, ga heen en zondig niet meer". (Johannes 8 : 11)

de blindgeborene uit Johannes 9  aanbad Jezus (9 : 37). Jezus liet het toe. 

Mattheus 28 : 17:  De elf leerlingen gingen naar Galilea, naar de berg die Jezus hun had genoemd, 17 en toen ze Hem zagen wierpen ze zich in aanbidding voor Hem neer, al twijfelden sommigen.

 

7 x vergelijkt spreekt Jezus de Ik-ben woorden uit:  Ego Eimi:  Ik, Ik ben staat er eigenlijk. Voor de joden die naar Hem luisterden was het zonneklaar: hij zette zichzelf neer als God. En dat hij niet een schepsel van God was, geboren in Betlehem maar God zelf komt ook heel duidelijk naar voren in zijn uitspraak:  Eer Abraham leefde, was ik er al. 

 

Een heel belangrijk argument voor het feit dat Jezus zichzelf als God zag is de reden waarom Hij uiteindelijk door het Sanhedrin veroordeelt werd tot de dood:

Als Jezus de Messias is, wordt alles een gotspe, hebben ze gedacht. Als Hij de Zoon van God is, moet God wel een raar, schlemielig wezen zijn. Dat kan niet. Als Jezus de ‘zittende’ ( Ps. 110) en ‘komende’ ( Dan. 7,13) is aan wie alle heerschappij gegeven is, wordt het hele leven een klucht. Dan is zelfs het concept ‘majesteit’ en ‘heerschappij’ (waar Daniël het over heeft) uitgehold. Dan is er geen onder en boven meer. Het is een totale Entwertung aller Werte (Nietzsche). Heel het leven verliest zijn oriëntatie als deze Jezus degene is op wie alle ogen gericht waren.

 

Voor mij een heel overtuigend argument: Jezus zegt in Johannes 14 : 6  ik ben de weg, de waarheid en het leven. ik parafraseer en weerleg me als ik het niet goed heb:  Mijn sterven en opstanding banen de weg tot God de Vader, (het voorhangsel voor het heilige der heilige, waar God volgens de Joden woonde, scheurde van boven naar beneden op het moment dat Jezus stierf, de toegang is vrij)  Alle woorden die ik gesproken heb zijn waarheid (dat is een eigenschap van God), er is geen leugen in Jezus gevonden. Als laatste zegt Hij:  Ik ben (de bron van) het leven. Je moet God zijn als je dat van jezelf zegt. Alleen God geeft leven, stromen van levend water, levend brood, nieuw leven.

 

.

 

Dit is het evangelie: Dat de God die ons geschapen heeft in Christus Jezus naar ons toe is gekomen, mens is geworden en met zijn lijden en sterven onze schuld betaald heeft en ons weer verzoent heeft met God. Niks door ons, alles door Hem. En dat was het plan al voor de grondlegging der wereld. God wist dat Adam en Eva zouden zondigen.  Op de juiste tijd kwam God in Jezus naar de aarde om voor ons te sterven, zodat geen enkele mens, voor en na Jezus zou kunnen zeggen: Het is mij op eigen kracht, door de hele wet te houden, door eigen werken, gelukt om in de aanwezigheid van God te komen. Het is God zelf die door Jezus Christus alleen iedereen uitnodigt om in de aanwezigheid van de Vader te komen en gevuld te worden met Zijn Heilige Geest.